Op 11 september 2021 heb ik samen met mijn twee zonen en een vriend een bezoek gebracht aan museumschip ex Hr.Ms. Mercuur in Vlissingen. In 1971 was ik na de opleiding als machinist ingedeeld bij de onderzeedienst. Ook al weer 50 jaar terug. Maar toch kwamen er weer veel herinneringen boven. Ik werd geplaatst op het torpedowerkschip Hr.Ms. Onverschrokken [de naam Mercuur kreeg het schip officieel pas in 1973-red.] en heb daar vele tripjes mee gemaakt.
Veelal naar Noorwegen,(Bergen,Stavanger, Haugesund en Leirvik en ook naar Schotland (Rothesay) op het eiland Bute. Oefenen met de onderzeeboten. Daar was het altijd gezellig stappen, alleen waren er ook wel eens wat vechtpartijen met de jongens van de onderzeeboten, die niet aan boord mochten drinken en dan aan de wal los gingen.
Daardoor hadden wij er ook wel eens onbedoeld mee te maken, zo ook dat ik samen met een collega niet meer een café binnen mocht omdat de jongens van de
onderzeeboot aan het vechten waren. Maar wij konden goed overweg met de eigenaresse en waren de Sjaak. Het liep toen zo uit de hand dat ook wij er betrokken bij raakte. De politie werd er bij gehaald en de verkeerden werden opgepakt, namelijk mijn collega en ondergetekende. We werden keurig afgeleverd op het bureau en de commandant werd op de hoogte gebracht. Maar het leuke daarvan was dat de eigenaresse het voor ons zo erg vond dat zij ons warm eten kwam brengen op het bureau. Er was toch een rechtszaak van gekomen en de 1e officier heeft ons eruit geluld. We kregen elk een boete van 50 Pond, en was toen die tijd een behoorlijke aanslag op ons katje. [=salaris – red.]
Ook werden er natuurlijk zelf aan boord feestjes georganiseerd, wat altijd gezellig was met de meestal aanwaaiende plaatselijke jeugd. Als het dan feest was kwam meestal ook de bellenstamper (de stok met bellen en frutsels) er aan te pas, en uiteraard een biertje.
Maar het was niet altijd feest er moest ook nog gewerkt worden. Soms was het ook wel eens niet zo leuk als het zwaar weer was, als je beneden in de machinekamer aan het werk was dan kon die boot wel eens behoorlijk spoken.
Wij noemde dat paaltje pikken omdat hij dan behoorlijk kon klappen op de golven. Dan tikte ik wel eens op de trapreling met een sleutel en wees naar boven. eenmaal op dek ging het wel weer, alhoewel je met dat weer niet langs de reling mocht staan maar wel even de golven zag aankomen en daarna ging het weer en zakte je weer af de pul in. Vooral die Duitse Bocht kon goed spoken. En kraakte die houten boot alsof hij niet verder wilde. Soms was het nodig om je in je tampat [bed – red.] vast te snoeren om er niet uit te lazeren.
Ook was er natuurlijk wat vrije tijd wat gevuld moest worden op open zee, dus was er tijd om te zonnen en uiteraard je lichaam in goede staat te houden, want je was tenslotte een vrije jongen en je wist nooit wat je tegen kwam.
Er was ook tijd om in je vrije tijd wat voor je zelf te doen, zodoende maakte wij onze eigen allemansend. Die heb ik nog steeds, alleen is hij zijn kwastje kwijt. Maar ja, ook die is 50 jaar oud. Na hem uitgeleend te hebben aan een vriend van mij die een kroeg had, heb ik hem nu weer terug en hangt nu aan mijn eigen bel in mijn thuiskroeg.
Na de naamsverandering van Hr.Ms. Onverschrokken naar Hr.Ms Mercuur konden wij ook torpedo’s afvuren en werd dat geoefend in Zuid-Engeland. We gingen voor zes weken naar Falmouth waar we in die zes weken een aantal keren hebben geoefend met onze eigen lanceren van torpedo’s en een keer met een Neptune vliegtuig die torpedo’s afwierp. Voor de rest lagen wij in de haven. Dus dat was elke avond stappen, dat was voor ons een duur tripje want je katje was altijd te weinig.
Al met al was het een mooie ervaring om weer een keer terug te zijn op mijn oude boot. De rondleiding was fantastisch en er kwamen weer heel veel herinneringen boven drijven! Nogmaals bedankt en met vriendelijke groet. een oud opvarende, nummer 77437, Simon van der Wal (aan boort genoemd WALLY)